Dwarsligger 5

God spant zich in water en land van elkaar te scheiden – Raphaël (Rafaello Sanzio) 1483-1520

Dwarsligger: de Bijbel 5

De ‘gewone taal’ wil eigenlijk geen vragen. Die zwarte tussenkopjes staan er maar vast boven. Hier gaat het over. Punt. Uit. Maar met de eerste vraag ‘Waar komt God ineens vandaan?’ wordt het pas spannend. Zonder die vast-en-zeker kopjes blijf je doorlezen! Misschien wordt dat eerste raadsel wel verklapt! De ‘waarvandaan dan ook gekomen’ God, schept ‘de hemel en de aarde’. Als déze hemel en aarde er dan zijn, heeft God het dan nooit eerder geprobeerd? Het wordt nog vreemder. ‘De aarde was leeg en verlaten’. Nou ja, die ‘wás’ er toch niet want God heeft ‘m net gemaakt! Maakte God die aarde dan ‘leeg en verlaten’? Wordt vervolgd A.W.

Dwarsligger 4

Uit een reeks van drie: 2. De hemel en 3. Het Paradijs. Uitgegeven bij Querido. Deel 1 is alleen nog tweede hands te koop.

Dwarsligger: de Bijbel 4

God schept, maakt mensen, die stelen een appel, worden uit de tuin gejaagd, krijgen twee zonen, de een slaat de ander dood, ja ja, zó komt het moorden in de wereld! Maar: staat dat er echt? De Dwarsligger begint met twee zwartgedrukte regeltjes:
‘De schepping’ en ‘Het begin’. Degene die dit verhaal gaat vertellen of het boekje drukt. is zeker van z’n zaak. Daar gaat het over. Maar: in de oorspronkelijke tekst staan die opschriften er écht niet boven! Het eerste boek heet ‘Genesis’ en dat betekent wel zoiets als ‘begin’ of ‘in den beginne’. Toch mag je nog altijd hardop vragen: ‘Ja ja, maar wát begint er dan?’ Het wordt nog gekker: de éérste zin luidt: ‘In het begin maakte God de hemel en de aarde’. Waar komt ‘God’ ineens vandaan? Of mag je zoiets nou niet vragen? Wordt vervolgd, A.W.

Dwarsligger 3

Dwarsligger: de Bijbel 3

Gek genoeg is het boek helemaal niet bedoeld om te lezen. De verhalen moeten worden verteld, worden voorgelezen. Help: moet een mens daarom nog elke week naar de kerk? Nou ja, ‘makkelijk’ is dat wel, want daar wordt de bijbel elke week voorgelezen! Vroeger was er de traditie om na de maaltijd steeds een stukje hardop voor te lezen door vader, moeder of een kind. Omdat wie voorgelezen wordt, de verhalen hóórt. Je kunt het ook zelf doen: hardop lézen! Iedereen die voorleest geeft die verhalen zijn eigen stem en kleur mee. Dat alleen al kan helpen om zelf zo’n verhaal binnen te stappen. Wordt vervolgd, A.W.